Alvorens te beginnen aan de toiletzak voor de broer onderwierp ik mijn (en bijgevolg ook zijn) vader aan een kruisverhoor. Do's en don'ts? De volgens hem ideale maten? Wat sleept de gemiddelde man overal mee naartoe? Het antwoord op de laatste vraag bleek "tandenborstel, tandpasta, scheergerief en deo" te heten. Wat mij direct ook van antwoord op de eerste vraag voorzag: lengte van een bus scheerschuim = lengte toiletzak. Plus nog wat extra, want die bus kan liefst in én uit. En hoewel de vadertoiletzak wel leeg lijkt naast het exemplaar van zijn wederhelft, liet hij tijdens het verhoor subtiel en waarschijnlijk onbewust een ballonnetje op. Dat die voor de zoon een flink pak groter moest zijn, want in de zijne was het altijd zo proppen.
Al een geluk dat zijn dochter een over goed geheugen beschikt. Toen de dag naderde vloog het ballonnetje door mijn gedachten; zo kwam het dat een tweede toiletzak het levenslicht zag. Zonder aanpassingen, want van de eerste versie was ik meer dan content.
Vader en zoon verschillen in veel, maar niet in lievelingskleur. Edoch, twee blauwe toiletzakken leek mij wat veel van het goede en evenmin praktisch tijdens gezinsweekends waar - om kofferruimte te besparen en te voorkomen dat de dames des huizes hun hele kleerkast meesjouwen - al het gerief op één hoop in dezelfde valies wordt gegooid.
Mijn interesse ging vooral uit naar de toile cirée. Ik hield mij in en kocht er twee, een Petit Pan voor ooit en een groengestipt als eerste ingrediënt van vaders toiletzak. Bij Pauli vond ik nadien bijpassend katoen en de allerstevigste vlieseline uit mijn naaicarrière - die stof een papierstructuur geeft, helaas inclusief kreuken. Door de rits bij Veritas miste ik op een haar na mijn trein. Maar het resultaat mag er zijn.
En hoera, voor de tweede maal op rij werd een handgemaakte toiletzak volledig goedgekeurd én meteen in gebruik genomen. Dat ruikt naar bandwerk.