Het allermooiste kerstcadeau viel zomaar in de brievenbus, terwijl ik in Leuven van niets zat te weten. Papa haalde de post en geloofde zijn ogen niet. Een pakje van de Europees kampioen tienkamp. Zomaar. In zijn brievenbus. Zomaar handgeschreven aan zijn dochter. Nog meer handgeschreven was de inhoud van het pak. Een boek, met een persoonlijke boodschap. Voor mij.
Terwijl ik dit schrijf kan ik het nog steeds niet geloven. Tienkamper Thomas Van der Plaetsen, die kanker overwon en opnieuw topsporter werd, die zo nuchter en tegelijk positief naar ziekzijn en het leven kijkt dat ik niet anders kan dan opkijken. Die tienkamper schreef een boek over zijn ziekte en zijn terugkomst op de piste. Die tienkamper las dit bericht en stuurde mij een boek op. (Nooit gedacht dat ik met zo'n verhaal ooit iets zou winnen!)
Soms pijnlijk herkenbaar, soms mijlen veraf. Over twijfels die iedere zieke wel heeft, maar die door de enorme intensiteit van die comeback extra worden uitvergroot. Er waren zinnen waar ik mij in herkende, die ik zelf ook had kunnen schrijven. Er waren zinnen die mij een nieuwe kijk gaven, zinnen die hoop gaven en zinnen waar ik het ronduit mee oneens was. Maar door het lezen voelde ik mij gesteund, bevestigd en tegelijk uitgedaagd om anders te denken. Ik onderlijnde, las, herlas en herdacht. En bij elke gedachte stroomde een diepe tevredenheid, een warmte, een hoop door mij heen.
Tientallen keren beschreef ik mijn verhaal; voor dokters, vrienden, psychologen. Een cijfer op tien voor de pijn, een verslag van hoe ik mij voel. En hoe geluk dan voelt? Die vraag krijg ik nooit. Misschien dat ik daarom de wens voel om dat te vertellen. Om te beschrijven hoe ik ook geluk mijn lijf laat overnemen. Hoe het tintelt, hoe alles warm voelt, hoe ik zo veel mogelijk ledematen wil strekken om zo veel mogelijk moois te omvatten. Een blijdschap die mij voller vult dan de pijn ooit zal doen. Op die momenten voel ik: hij krijgt mij niet klein.
Twee jaar geleden besefte ik niet dat zoveel miserie (en waarschijnlijk zelfs veel meer, maar laat dit voorlopig genoeg zijn) in één lichaam kon huizen. Het lijkt wel alsof met dat inzicht ook de andere kant van het spectrum groter wordt. Alsof evenredig met mijn pijndrempel ook mijn geluksvermogen verhoogt. Alsof ik nu pas ten volle voel en geniet.
Deze mooie boodschap. Een lief smsje. Onverwachte post. Vogeltjesgefluit bij het wakkerworden. Broer die zomaar met zelfgemaakte soep voor de deur staat. Iets gaan drinken met die goede vriend en je voor even -naast 'patiënt'- ook weer 'mens' voelen. Ik zweef van lichtpuntje naar lichtpuntje. En hoe diep de donkerte daartussen ook is, iets van dat licht blijft net lang genoeg in mij branden. Net lang genoeg om het volgende punt te bereiken op mijn onmetelijke ruimtereis.
Dankbaarheid is iets waar ik de afgelopen jaren in groeide, toen de vanzelfsprekendheid van mijn tienerleven wegviel en ik daardoor leerde om te appreciëren in plaats van te verwachten. Dankbaar ben ik, voor dit cadeau dat zoveel meer is dan een boek alleen. Voor zo veel mensen, dichtbij en verderaf, bekend en onbekend, die meeleven en mij telkens weer lichtpuntjes schenken.
Alle foto's zijn beelden van het boek. Alle gedachten zijn de mijne. Er is niets gesponsord of voorbedacht aan dit bericht (aan geen enkele post hier, trouwens), enkel mijn diepe blijdschap die zich een uitweg zocht in woorden. Meer berichten over mijn kijk op ziekzijn en het leven vind je hier.